Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zijn een belangrijke uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de provincies. De taken van de ROM’s liggen bij financiering van het innovatieve MKB, business development, ecosysteemontwikkeling en internationalisering. De meerwaarde van de ROM’s - zo blijkt uit BCI-onderzoek - is gelegen in het feit dat zij als ‘verbinders’ en ‘kenners’ van het regionaal innovatie-ecosysteem fungeren.
In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft Buck Consultants International (BCI) de periodieke evaluatie ROM’s uitgevoerd. Centraal hierin staat de periode 2016-2020 en de ROM’s die het grootste deel van deze periode operationeel zijn geweest. De hoofdvraag van het onderzoek is als volgt: wat is de relevantie van de ROM’s, en hebben de ROM’s hun taken in opdracht van het Ministerie van EZK - voor wat betreft de drie kerntaken - in de periode 2016–2020 op een doelmatige en doeltreffende manier uitgevoerd?
De evaluatie richt zich op de drie kerntaken van de ROM’s:
- Investeren: investeringen door ROM’s in innovatieve (door)startende MKB-bedrijven resp. snelle groeiers.
- Innoveren: aanjagen door ROM’s van de ontwikkeling van ideeën tot business in de vorm van innovatieprojecten/business cases en doorontwikkelen regionale ecosystemen.
- Internationaliseren: aantrekken door ROM’s van buitenlandse investeringen, relatiebeheer met internationale bedrijven en bevorderen internationaal ondernemerschap.
De evaluatie ROM’s is vrijdag 15 juli 2022 door Minister Adriaansens aan de Tweede Kamer aangeboden. Klik hier voor de evaluatie ROM’s en de Kamerbrief van Minister Adriaansens. Hieronder een samenvatting van de bevindingen van de evaluatie ROM’s.
Investeren: ROM’s als verschaffer van durfkapitaal
Wat betreft investeren zijn ROM’s een belangrijke speler op de markt voor venture capital c.q. durfkapitaal. Dit gaat om innovatieve bedrijven die met hun business concepten ver van de markt staan waardoor het voor de private investeerders te risicovol om in die bedrijven te investeren. De ROM’s zijn met de financiering al actief in de vroege fase (pre seed) en ondersteunen de bedrijven tot de doorbraak in de markt. Figuur 1 geeft dit schematisch weer.
Figuur 1 Positionering ROM's
Bron: BCI 2022
Wat betreft de performance van de ROM’s op investeren blijkt uit analyses het volgende:
- In de periode 2016-2020 hadden ROM’s een aandeel van 15% in het totale investeringsvolume op de venture capital markt in Nederland en verzorgden zij 55% van de investeringen qua aantal bedrijven en 45% van het aantal investeringen.
- ROM’s stellen zich, in afstemming met aandeelhouders, jaarlijks doelstellingen/KPI’s. Van de 119 jaardoelstellingen die zijn gesteld in de periode 2016-2020 hebben de ROM’s er 72 (61%) weten te realiseren.
- Uit de web survey onder bedrijven met wie ROM’s een financieringsrelatie onderhouden blijkt dat zij de dienstverlening van ROM’s waarderen. Respondenten geven gemiddeld een 8 als rapportcijfer voor de dienstverlening van de ROM’s.
- Analyse van jaarverslagen laat zien dat ROM’s in staat zijn om positieve financiële resultaten te bereiken met hun investeringsactiviteiten. De doelstelling om fondsen revolverend in te zetten wordt gehaald.
Innoveren: ROM's als ontwikkelaar van innovatieprojecten en ecosystemen
Wat betreft innoveren is de inzet van ROM’s tweeledig: het gaat om projectontwikkeling en activiteiten die het innovatie-ecosysteem versterken. Met andere woorden, ROM’s werken met (consortia van) bedrijven en kennisinstellingen aan innovatieprojecten en business cases, maar ook aan randvoorwaarden voor innovatie zoals fieldlabs, beschikbaarheid van financiering en ontwikkeling van netwerken. In figuur 2 is dit schematisch weergegeven, geredeneerd vanuit de verschillende stadia van innovatie en ontwikkeling van bedrijven.
Figuur 2 Innovatiefunnel, innocatie-ecosysteem en activiteiten ROM's
Bron: BCI, 2022
Wat betreft de performance van de ROM’s op innoveren blijkt uit BCI-analyses het volgende:
- ROM’s zijn goed in staat hun jaarlijkse doelstellingen/KPI’s inzake innoveren te bereiken. Van de 65 jaardoelstellingen die zijn gesteld in de periode 2016-2020 hebben de ROM’s er 55 (85%) weten te realiseren.
- Versterking van regionale innovatie-ecosystemen is een wezenlijk onderdeel van het activiteitenpakket van de ROM’s op het gebied van innovatie. Desondanks wordt hierover beperkt (gestructureerd) gerapporteerd in jaarverslagen waardoor onvoldoende helder is welke activiteiten zijn uitgevoerd.
- Effecten van de innovatieprojecten die door ROM’s worden ondersteund, zoals werkgelegenheids- of productiviteitsgroei, worden niet geregistreerd. Dit is ook lastig omdat doelen van innovatieprojecten breed zijn (doorontwikkelen product, markt, techniek, digitalisering, verduurzaming, etc.) en soms ook moeilijk meetbaar zijn.
- Uit de web survey onder bedrijven waarmee ROM’s samenwerken op het gebied van innovatie blijkt dat zij de inzet van ROM’s waarderen.
- Het regionale innovatielandschap is druk bezet met verschillende organisaties naast de ROM’s, die ook werken aan innovatie(bevordering). Denk bijvoorbeeld aan campussen, economic boards, knowledge/tech transfer offices van universiteiten en andere stimuleringsorganisaties. De partners van de ROM’s hebben merendeels aangegeven dat de onderlinge afstemming in de afgelopen jaren verbeterd is.
- Door aandeelhouders en andere partners is ook gemeld dat in de afgelopen jaren de bovenregionale samenwerking tussen de ROM’s is toegenomen, mede door de grotere programma’s in het kader van het missiegedreven innovatiebeleid, diverse Europese programma’s en ook door de voorbereidingen van programma’s voor het Nationaal Groeifonds.
Internationaliseren: ROM’s als acquisiteur van buitenlandse bedrijven en handelsbevordering
ROM’s hebben sinds hun ontstaan de taak om buitenlandse bedrijven naar hun regio aan te trekken om daarmee de economie en werkgelegenheid in de betreffende regio’s te stimuleren. In de jaren sinds 2018 is het takenpakket van de ROM’s uitgebreid met ondernemers-ondersteuning in het (verder) internationaal ondernemen.
Wat betreft de performance van de ROM’s op innoveren blijkt uit analyses het volgende:
- De 6 ROM’s wisten - in nauwe samenwerking met Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) - in de evaluatieperiode 711 investeringsprojecten (65% boven doelstelling) te realiseren, waarbij €6,2 miljard (bijna 3 maal zoveel als taakstelling) werd geïnvesteerd en bijna 24.000 arbeidsplaatsen werden gerealiseerd (10.000 meer dan de gezamenlijke taakstellingen). Daaruit kan worden geconcludeerd dat de ROM’s voor wat betreft ‘Internationaliseren’ ruimschoots aan hun taakstelling voldoen.
- Naast het aantrekken van buitenlandse bedrijven voeren ROM’s ook gesprekken met al gevestigde buitenlandse bedrijven in de regio (investor relations). Dit is waardevol in termen van verankering van buitenlandse bedrijven in de regio, ophalen van signalen over het nationale en regionale vestigingsklimaat (bijv. tekort aan plekken op internationale scholen, tekort technisch personeel, etc.), verkrijgen van leads voor uitbreidingsinvesteringen en profilering van Nederland en de betreffende regio als goede vestigingslocatie (testimonials).
- De samenwerking tussen Rijk (NFIA) en ROM’s wordt breed geprezen als een voorbeeld hoe uitvoeringsorganisaties van Rijk en Regio’s kunnen samenwerken. De NFIA is een belangrijke bron van leads, maar zeker niet het enige kanaal. Er is namelijk sprake van een breed scala van kanalen waaruit ROM’s leads genereren (o.a. eigen netwerk, branche- en clusterorganisaties, marketinginspanningen in het buitenland).
- Handelsbevordering en het Trade and Innovate NL (TINL) zijn relatief recente activiteiten van ROM’s (sinds 2018). Resultaten zijn daardoor niet goed in kaart te brengen, ook omdat Corona de (internationale) activiteiten in 2020/2021 heeft beïnvloed. Er dient ook hier nog methodiekontwikkeling plaats te vinden om niet alleen throughput/output indicatoren bij te houden, maar ook de effecten van handelsbevordering beter in beeld te krijgen.
Aanbevelingen aan het ministerie van EZK 1
- Continueer de betrokkenheid van het Rijk in de ROM’s als uitvoeringsorganisatie met een breed netwerk in regionale ecosystemen, een geïntegreerde aanpak van de drie kerntaken (investeren, innoveren en internationaliseren) en het organiseren van verbindingen met landelijk beleid. Daarbij is het belangrijk dat scherp wordt aangeven wat van ROM’s verwacht wordt, o.a. inzake ecosysteem-ontwikkeling, bovenregionale samenwerking en maatschappelijke opgaven.
- Houd de aandeelhoudersinstructie van het participatiefonds tegen het licht in samenwerking met de andere aandeelhouders. Dit gezien de vele veranderingen aan de vraag- en aanbodzijde van de kapitaalmarkt. Wat betreft de vroege fase financiering van innovatieve MKB bedrijven vraagt bijvoorbeeld de opkomst van deeptech (lange time-to-market, relatieve grote investeringsbedragen en specifieke expertise) om een antwoord.
- Maatschappelijke opgaven (bijv. verduurzaming binnenvaart, lokale/regionale warmteneten, eiwittransitie in de agrofood, etc.) moeten vaak met ondersteuning van de regionale innovatie-ecosystemen aangepakt worden. Betrokkenheid van ROM’s is vanuit deze optiek dus logisch en vraagt om een versterking van de ontwikkelkracht ROM’s (capaciteit van de innovatietaak).
- De ROM’s hebben een unieke positie als uitvoeringsinstrument van Rijk en regio. Vanuit deze positie is het te overwegen om de ROM’s een positie te geven in de uitvoering van grote nationale en Europese programma’s (bijv. Nationaal Groeifonds). Belangrijk daarbij is dat de regionale verankering en speerpunten leidend blijven, en ROM’s alleen voor de ecosystemen waarvoor dat regionaal van belang is, in bovenregionaal verband actief zijn (figuur 3).
Figuur 3 Bovenregionale samenwerking en regionale speerpunten
Bron: BCI, 2022
- Ten aanzien van internationalisering dient de koerswijziging ‘van volume naar value’ doorgezet te worden. Er kan meer ingezet worden op het aantrekken van bedrijven die de regionale ecosystemen versterken. ROM’s zullen moeten benoemen wat de ‘missing links’ zijn in de regionale ecosystemen om vervolgens daarop gericht te gaan werven.