Nu (hopelijk) het einde van de pandemie nadert en de reisbeperkingen worden versoepeld, is het de vraag of we dit jaar nog naar vastgoedevents in het buitenland gaan, blogt René Buck.

Deze column had moeten worden geschreven in het vliegtuig terug vanuit de Verenigde Staten naar Nederland, de realiteit is het computerscherm in het thuiskantoor. Het leek zo mooi , na vijftien maanden niet meer internationaal gereisd te hebben (oké, twee dagen Tsjechië daargelaten) zou ik de jaarlijkse Site Selectors Guild conferentie in Florida hebben bezocht.

Dit prestigieuze gilde, met een pittige selectieprocedure, heeft een jaarlijkse inhoudelijk interessant en super-interactief congres waaraan vierhonderd bezoekers deelnemen. Allen merendeels Amerikaanse vertegenwoordigers van States/landen, regionale of lokale organisaties, die proberen (internationale) bedrijven aan te trekken.

Maar de reismogelijkheden naar de VS zijn nog immer zeer beperkt (code geel, twee weken quarantaine bij aankomst in de VS), dus de reis kon helaas niet doorgaan.

Gekke situaties

Daar waar ik doorgaans veel bezoeken breng aan onze kantoren in Atlanta, California, Singapore en Shanghai was het diezelfde jaarlijkse conferentie begin maart vorig jaar in Atlanta, die het startpunt vormde van een goed voorbereide drie weken durende zakenreis, waar ik me enorm op verheugde. Maar afspraken met zakenrelaties werden last minute afgezegd vanwege zorgen over het toen snel voortwoekerende virus, wat tot idiote situaties leidde.

Toen ik me op een maandagochtend meldde bij een bedrijf in Grand Rapids (Michigan) voor een offertebespreking bleken in het weekend de bezoekregels aangescherpt. Ik mocht dus niet meer naar binnen; het anderhalf uur durende gesprek voerde ik vervolgens vanuit mijn huurauto met zicht op het raam van de vergaderzaal waar mijn zakenrelatie enthousiast stond te zwaaien.

In Silicon Valley werden in een paar uur zes fysieke afspraken veranderd in telefoongesprekken (toen nog merendeels zonder beeld). Heb je 9.000 kilometer afgelegd vanuit Nijmegen, zit je vervolgens de hele dag op een hotelkamer in California, da’s niet bevorderlijk voor je humeur. Uiteindelijk heb ik de reis moeten afbreken om nog met één van de laatste vluchten naar Schiphol terug te keren.

Verandert het internationaal opereren?

Nu (hopelijk) het einde van de pandemie nadert en de reisbeperkingen binnen Europa worden versoepeld (maar nog weinig intercontinentaal), is het de vraag hoe internationaal opereren verandert – of niet. Laat je de twee finale sollicitanten voor een functie in Azië een paar dagen overkomen of houd je het bij ellenlange videogesprekken? Ga je nog dit jaar naar conferenties in het buitenland, die vaak als ‘hybride’ in de etalage worden gezet? Maar wat betekent dat dan, hoeveel mensen zijn er daadwerkelijk fysiek en hoeveel volgen sessies van achter hun bureau? Want voor netwerken, nieuwe contacten opdoen en mensen in een informele sfeer ontmoeten bestaan geen Zoom-, Webex- of MS Teams-oplossingen.

Jaarlijks ritme van de vastgoedbranche

Veel lezers van Vastgoedmarkt kennen het jaarlijkse ritme van de vastgoedbranche: de Mipim in Cannes in maart (bij voorkeur in een voorjaarszonnetje), de Provada in juni (soms in combinatie met grote voetbaltoernooien) en de ExpoReal in oktober in München, niet zelden in herfstweer. Hoe gaat u het nu doen? De Mipim is dit jaar al begin september, de ExpoReal begin oktober en de Provada eind oktober.

Het zou me niet verbazen als de Provada records gaat breken. Iedereen is namelijk toe aan een goed georganiseerde en ook inhoudelijk interessante netwerkbeurs, waar tout le monde aanwezig is. Bovendien is de Provada de laatste in de rij is en in dit geval dus wellicht het veiligste vanuit gezondheidsrisico-optiek.

Maar de Mipim of zeker ook ExpoReal, die de laatste jaren een forse Nederlandse afvaardiging kende? Het zal me echt benieuwen hoeveel mensen op welk functieniveau deze internationale beurzen gaan bezoeken na afweging van wie je verwacht daar te kunnen treffen aan de ene kant én de risico’s van duizenden op elkaar gepakte bezoekers aan de andere kant.

Zaken doen over de grens

De Nederlandse vastgoedwereld is van oudsher sterk internationaal georiënteerd: Nederlandse ontwikkelaars en beleggers doen veel zaken over de grens en omgekeerd is voor veel internationale spelers de Nederlandse vastgoedmarkt attractief.

Hoeveel minder zal er internationaal worden gereisd: 10 procent, 25 procent, de helft? Ter voorbereiding op de tweede helft van dit jaar moeten veel vastgoedbetrokkenen snel hun definitieve plannen maken voor bezoeken aan in het buitenland gevestigde opdrachtgevers of internationale congressen en beurzen. Veel succes bij de planning daarvan!

In de tussentijd blijf ik hopen dat president Biden de deur naar de VS opent, zodat in augustus een gecombineerde zakenreis-vakantie in mijn geliefde Amerika nu echt door kan gaan…

Bron: Vastgoedmarkt, 2021

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI