Ons vertrouwen in technische oplossingen voor de milieuproblemen die het transport veroorzaakt, heeft met het Duitse dieselschandaal een forse knauw gekregen.

Sommige opinieleiders betogen dat de technologie waarmee verbrandingsmotoren verder verschoond kunnen worden inmiddels haar grenzen heeft bereikt. Alleen door te sjoemelen tijdens tests zou verdere verschoning nog haalbaar zijn. Na de grote ophef in politiek en pers is voor deze tactiek het doek nu gevallen. Daarmee is volgens velen alleen een massale overschakeling naar waterstof en elektriciteit het enige alternatief voor de transportsector.

Dit is misschien nog een begaanbaar pad voor de personenauto, maar voor het wegtransport en de maritieme sector blijven we vooralsnog aangewezen op verbrandingsmotoren. Daarmee was de LNG strategiedag die het Rotterdamse Havenbedrijf onlangs organiseerde, perfect getimed. Centraal stond de vraag hoe LNG in binnenvaart, shortsea en wegvervoer zich de komende tijd als schone brandstof kan ontwikkelen. Wij presenteerden daar de resultaten van de studie naar de toekomstige markt voor LNG in de Rijncorridor, die ons bureau samen met enkele partners voor de Rijnhavens heeft uitgevoerd. Ondanks de lage dieselprijs, die een snelle transitie blokkeert, werd duidelijk dat op middellange termijn de overschakeling naar LNG voor binnenvaart, zeevaart en wegvervoer onvermijdelijk en haalbaar is om aan de steeds strengere milieueisen te kunnen voldoen.

Voordat het marktaandeel van LNG substantiële vormen aanneemt, moeten nog behoorlijk wat hobbels overwonnen worden. De belangrijkste zijn de onduidelijkheden over de toekomstige uitstootnormen voor o.a. de binnenvaart in Europa, de slechte financiële positie van veel ondernemingen in de transportsector en het ontbreken van een goed ontwikkelde supply chain voor deze brandstof.

Onder invloed van het Europese LNG Masterplan, de inspanningen van Europese zee- en binnenhavens en van leveranciers van brandstof en equipment zijn gelukkig de laatste jaren forse stappen gezet, en begint de situatie te veranderen. Belangrijke spelers in deze markt hebben de afgelopen tijd ervaring opgedaan met de technologie, de eerste schepen zijn omgebouwd naar deze schonere brandstof en LNG is of wordt in steeds meer binnenhavens verkrijgbaar. Nu nog een positieve businesscase, waarbij de extra investeringen in LNG-technologie terugverdiend kunnen worden met lagere brandstofkosten.

Uit de discussies met alle stakeholders in Rotterdam kwam duidelijk maar voren dat verdere samenwerking tussen deze partijen een essentiële voorwaarde is voor een volwassen LNG-markt, waarbij eenieder een eigen rol heeft. De overheden moeten snel duidelijkheid bieden over toekomstige normen, zodat investeerders geprikkeld worden om in schone technologie te investeren. Banken, bedrijfsleven en regionale overheden moeten de krachten bundelen, zodat de problemen rond de financiering van deze investeringen aangepakt kunnen worden. Verladers dienen hun verantwoordelijkheid te nemen en kunnen als opdrachtgevers in het vervoer aandringen op het gebruik van schonere brandstoffen en hier ook de rekening voor betalen. Ten slotte moeten de aanbieders van equipment en LNG ervoor zorgen dat de structurele beschikbaarheid van LNG in transportknooppunten op orde komt. Dit gebeurt natuurlijk alleen maar als er een reëel perspectief is op een verdere overschakeling naar LNG. Daarmee lijkt voorlopig de cirkel rond, maar de positieve grondhouding van invloedrijke spelers tijdens de conferentie biedt mij toch vertrouwen dat geleidelijk de voorwaarden voor een verdere transitie naar LNG zijn ontstaan.

Thema's

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI