Sturende ingrepen vanuit ‘Den Haag’ om in de woningmarkt bepaalde locaties of buurten te stimuleren of de samenstelling te beïnvloeden zijn vaak gedoemd te mislukken. Go-with-the-flow is het liberale recept van het Centraal Planbureau, dat haaks staat op het genoemde volkshuisvestingbeleid in de afgelopen jaren. Dat blijkt uit het rapport ‘Effectiviteit van place-based beleid’ dat het Centraal Planbureau nog net voor het begin van 2017 publiceerde. Place-based beleid wordt gedefinieerd als ruimtelijk beleid dat als doel heeft om de economie van een specifieke stad of regio te stimuleren. Vroeger was het vooral regionaal-economisch beleid om achtergestelde regio’s te stimuleren, maar de laatste pakweg 20 jaren wordt er ook stedelijk ontwikkelingsbeleid mee bedoeld, variërend van bevordering van stationslokaties (herinnert u zich nog het ABC-lokatiebeleid?) tot bewuste menging van sociale klassen in woonbuurten.

Place-based beleid wordt gedreven door het streven naar productiviteitsverhoging door concentratie van mensen (de auteurs noemen dit deftig ‘positieve externaliteiten van agglomeratie’). Ook fricties op de arbeidsmarkt en op de woningmarkt kunnen reden zijn voor overheidssturing. En het aloude economisch beleid om de ruimtelijke-economische gelijkheid te bevorderen is nog steeds aan de orde, omdat dat streven soms belangrijker wordt gevonden dan het stimuleren van de nationale economie of welvaart.

Het CPB analyseert de effecten van place-based beleid via literatuur(studie) op een aantal terreinen, variërend van innovatie- en infrastructuurbeleid tot ingrepen op de arbeidsmarkt of de woningmarkt. Hier beperken we ons tot de woningmarkt.

Het CPB oordeelt (grosso modo) positief over het wegnemen van bouwrestricties die de groei van het woningaanbod in succesvolle steden afremmen. Bij het bundelings- en knooppuntenbeleid constateert het CPB dat het beschikbaar stelen van vestigingsmogelijkheden rondom infrastructuurknooppunten (lees: openbaar vervoer-knooppunten) economisch gezien weliswaar positief is, maar dat de negatieve effecten van de beperking van de locatiekeuzes van burgers nauwelijks zijn onderzocht.

“Op de huurmarkt heeft overheidsbeleid geleid tot een afname van de arbeidsmobiliteit en een verminderde benutting van agglomeratiekracht (…). Een vermindering van overheidsingrijpen op de huurmarkt leidt tot substantiële welvaartswinst op de woningmarkt zelf. Daarnaast resulteert vermindering van overheidsingrijpen in een beter functionerende arbeidsmarkt, voornamelijk door een toename in de arbeidsmobiliteit”, zo constateert het CPB droogjes. Inwoners van een sociale huurwoning komen immers soms niet meer in aanmerking voor een nieuwe sociale huurwoning (wat ‘scheef wonen’ bevordert) en hogere inkomensgroepen moeten het door het gevoerde beleid onterecht (vindt het CPB) doen met een beperkt woningaanbod in de centra van steden.

En tot slot lijkt ook het tegengaan van inkomenssegregatie en het investeren in buurten meestal geen effect te hebben op de economische uitkomsten voor buurtbewoners.

In feite is het CPB-rapport een grote afrekening met het woningmarktbeleid van de afgelopen decennia. Het is economische gezien ‘ineffectief’, zo schrijven de rekenmeesters van Den Haag, waarmee wordt bedoeld: onzin.

Het CPB gaat vervolgens niet op zoek welk place-based beleid economisch wél werkt, maar gooit het hele concept het raam uit. Laten we ons beperken tot ‘go-with-the-flow’, d.w.z. het beleid moet alleen de bestaande dynamiek in een regio of stad ondersteunen en faciliteren. Dat is een wel heel erg marktgericht uitgangspunt. Politici mogen – zo vlak voor de verkiezingen – toch wel ingrepen op de woningmarkt voorstellen die niet primair welvaartsverhogend zijn, maar de sociale cohesie bevorderen, gelijke woningkansen stimuleren of via specifieke woningbouwprogramma’s de leefbaarheid in een buurt bevorderen?

Samengevat, het CPB-rapport is een gedegen analyse over wat (economisch) in place-based beleid werkt en niet werkt en dus leerzaam voor politici en beleidsmakers. Het uitgangspunt dat place-based beleid alleen geslaagd is als de economie groeit is echter simpelweg te smal.

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI