Nederland heeft afgelopen najaar weer prima gescoord in de jaarlijkse ranglijst van het World Economic Forum.

Met wereldwijd een vierde plaats kun je gerust stellen dat ons land wereldwijd een uitstekende concurrentiepositie heeft. In de toelichting wordt Nederland vooral geprezen voor de snelle adaptatie van nieuwe technologie, het uitstekende onderwijssysteem en het bloeiende ecosysteem voor innovatie. 

De bereidheid van Nederland om snel te innoveren en technische innovaties toe te laten in de dagelijkse praktijk wordt een steeds belangrijker kwaliteit. Ook voor de logistieke sector is de combinatie van innovatie en technologie een onderscheidende factor. Uit eerdere projecten die wij met ons bureau hebben uitgevoerd komt naar voren dat state-of-the-art logistieke kennis sterk bijdraagt aan de export van hoogwaardige logistieke dienstverlening en de bijbehorende tools. Juist de mix van praktische, hands-on kennis van logistieke processen, aangevuld met slimme technologische oplossingen en handelingssnelheid van de betrokken ondernemers zorgt voor een voorsprong. Tijdens mijn werkzaamheden rond smart mobility valt telkens op hoe snel Nederlandse logistieke bedrijven de nieuwe ontwikkelingen implementeren in de dagelijkse bedrijfsvoering. De logistieke sector en het ecosysteem van kennisbedrijven hieromheen zijn daarmee prima voorgesorteerd op de vierde industriële revolutie.

Niet alleen kennis en innovatie zorgen voor de hoge scores op de ranglijst van het World Economic Forum. Al jaren blijkt Nederland uit te blinken met de kwaliteit van de infrastructuur, en inmiddels krijgt Nederland het hoogste rapportcijfer van alle Europese landen. In combinatie met de logistieke kwaliteiten en het innovatief vermogen is dat een prima uitgangspunt voor de komende jaren voor de vestiging van logistieke activiteiten in Nederland. 

Toch is een waarschuwing op z’n plaats. Landen die eerder hoog op kwaliteit van de infrastructuur scoorden, zoals Duitsland en de VS, zien hun positie op de ranglijst hard achteruit gaan door onvoldoende investeringen in de kwaliteit van de infrastructuur. Met name het achterblijvende onderhoud aan bruggen en tunnels is daarbij een zorgpunt. In combinatie met een sterke groei van het verkeer zijn veel van deze kritieke punten in het netwerk erg kwetsbaar en kunnen daardoor van de ene op de andere dag afgesloten worden voor het vrachtverkeer. De afsluiting van de Rijnbrug bij Duisburg is hiervan een recent voorbeeld.

Jammer genoeg zijn ook veel Nederlandse oeververbindingen ruwweg in dezelfde periode gebouwd. Hierdoor dient het moment waarop de techniek niet meer voldoet zich bijna gelijktijdig aan. De extra investeringen die het ministerie van I&W afgelopen week voor groot onderhoud van bruggen en tunnels aankondigde, zijn dan ook dringend nodig. Het risico is dat het extra onderhoud op veel plekken in een korte periode moet worden uitgevoerd, met alle gevolgen voor de doorstroming. Een voorbeeld van de gevolgen hiervan kregen we tijdens de winterstorm van medio januari te zien. Op bijna alle bruggen op de noord-zuidverbindingen ontstonden blokkades door omgewaaide vrachtauto’s. De kwetsbaarheid van het netwerk werd ineens volop zichtbaar. 

Gezien de grote impact van al het geplande onderhoud op de doorstroming van het verkeer, lijkt mij een masterplan nodig om schade voor het bedrijfsleven zoveel mogelijk te voorkomen. Dat is tevens een mooie showcase voor de toepassing van smart logistics op het Nederlandse wegennet. Zo kan samen met de logistieke bedrijven en de technologiesector getoond worden hoe smart mobility ingezet kan worden om knelpunten op te lossen.

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI