13 juni 2025
Van Nederland Distributieland naar Nederland Toegevoegde-waardeland
De discussie over de waarde van logistiek in Nederland is springlevend – en vaak ook gepolariseerd. Voorstanders wijzen op het belang van logistiek als smeerolie van de economie: zonder transport en distributie staat alles stil. Tegenstanders benadrukken de negatieve kanten: weinig toegevoegde waarde, ‘verdozing’ van het landschap en vervuiling. En ergens tussen deze uitersten klinkt een nieuwe stem: een pleidooi voor erkenning van de echte toegevoegde waarde van logistiek, mits we de rol van logistiek voor de samenleving breder en slimmer definiëren.
Tot nu toe wordt het economisch belang van logistiek meestal afgemeten aan de bijdrage van de sector Vervoer en Opslag aan het BBP en de werkgelegenheid. Die komt uit op zo’n 5% – niet onaanzienlijk, maar volgens sommigen toch aan de magere kant. Maar hier wringt iets. Deze cijfers zeggen namelijk maar weinig over de werkelijke economische betekenis van logistiek. Want de officiële statistieken van het CBS, waar ook veel sectorstudies van consultancy en adviesbureaus grotendeels op zijn gebaseerd, nemen in veel gevallen alleen de uitbestede logistieke activiteiten mee, zoals transportbedrijven, opslag en logistieke dienstverleners. Wat ontbreekt is een groot en cruciaal deel: de functionele logistiek – oftewel: al die werknemers die logistieke functies en activiteiten binnen andere sectoren uitvoeren, zoals in de industrie, zorg, bouw, horeca, retail en hightech.
Logistiek is geen sector, maar een functie in alle sectoren
Neem bijvoorbeeld de maakindustrie. Binnen veel fabrieken bestaat soms 20 tot 40% van de activiteiten van werknemers uit logistiek – denk aan intern transport, materiaalbehandeling, voorraadbeheer en planning. Ook daar werken mensen met logistieke functies, maar zij worden in de CBS-sectorindeling niet als ‘logistiek’ gerekend. Datzelfde geldt voor zorginstellingen met hun complexe medische goederenstromen, of voor hightechbedrijven die ketens aansturen over continenten heen. Wanneer we de blik beperken tot transportbedrijven, zien we alleen ‘wielen’ – maar missen we de sturing, de afstemming, de data en de intelligentie die nodig zijn om ketens efficiënt, duurzaam en concurrerend te laten functioneren.
Ketenregie en SCM als motor van groei en productiviteit
In 2023 brachten we al in het rapport Waarde van Ketenregie en Supply Chain Management voor de Nederlandse economie in kaart hoe groot die verborgen waarde daadwerkelijk is. De uitkomst: in 2022 genereerden alle werknemers met logistieke activiteiten in diverse sectoren in Nederland samen ruim 123 miljard euro aan toegevoegde waarde. Daarvan kwam maar liefst 22,5 miljard euro voort uit Supply Chain Management (SCM) en ketenregie – een activiteit die sterk groeit en die bovendien een veel hogere arbeidsproductiviteit kent dan het nationale gemiddelde (65,85 euro tegenover 53,17 euro per uur). Binnenkort worden daar ook de resultaten voor 2023 en 2024 toegevoegd.
De werkgelegenheid in het segment ketenregie en SCM steeg tussen 2014 en 2022 met maar liefst 26%, terwijl die in het segment fysieke transport en overslag stagneerde. Ook de werkgelegenheid in warehousing en ondersteunende logistieke functies groeiden stevig. Deze cijfers bewijzen dat logistiek allang geen ‘simpele sector van dozen schuiven’ meer is. Sterker nog: juist de slimme, data-gedreven kant van logistiek is in opmars – en Nederland speelt daarin een voorhoederol.
De erfenis van Nederland Distributieland: meer dan dozen alleen
Onze positie als logistiek knooppunt begon ooit met Nederland Distributieland, strategisch gelegen aan zee met Rotterdam als gateway en Venlo als overslagpunt. Die geschiedenis leidde tot schaal, specialisatie en efficiency. Maar ook tot de kritiek op verdozing en vervuiling. Tegelijkertijd vormt diezelfde infrastructuur nu de basis voor iets nieuws: hoogwaardige, circulaire en digitale ketens. In Venlo ontstond bijvoorbeeld het eerste 4PL-cluster met de vestiging van Amerikaanse regiepartijen die ketens aansturen vanuit kantooromgevingen. Als die ontwikkeling doorgroeit – en dat gebeurt – is er alle reden om te spreken van Nederland als Toegevoegde-waardeland.
Een te smalle bril belemmert goed beleid
Toch bungelt de sector vervoer en opslag in veel sectorstudies nog steeds onderaan qua arbeidsproductiviteit. Maar dit komt mede doordat veel werknemers met logistieke banen, zeker in het segment ketenregie en supply chain management, in andere sectoren werkzaam zijn.Daardoor verdwijnt de vooruitgang in ketenregie, digitalisering en duurzame logistiek soms enigszins uit beeld bij sectoronderzoeken. Ook in het beleid dreigt deze blinde vlek: het is nog onzeker of de Topsector Logistiek volgend jaar blijft bestaan. Terwijl juist nu ketenlogistiek essentieel is voor de BV Nederland.
Regio’s moeten kiezen, maar met visie
In regio’s zoals Brainport Eindhoven wordt logistiek selectief gefaciliteerd. Geen standaard distributiecentra, maar wel ruimte voor hightech supply chains. Slim, maar ook juridisch complex: discrimineren op sector mag niet zomaar, sturen op omvang of kwaliteit gelukkig wel. De uitdaging ligt in het formuleren van regionaal beleid dat niet hokjes denkt, maar waardeketens centraal stelt waar logistiek een essentiële rol speelt.
Tijd voor een nieuw narratief
Het negatieve imago van logistiek heeft de sector deels over zichzelf afgeroepen – met te veel dozen, te weinig uitleg. Maar dat beeld doet inmiddels geen recht meer aan de werkelijkheid. De logistiek van vandaag is slim, datagedreven en essentieel voor verduurzaming en circulariteit. De toegevoegde waarde zit niet alleen in wielen, maar in regie, kennis, technologie en efficiëntie. Die waarde moeten we zichtbaar maken – in cijfers én in beleid.
Wie de ware impact van logistiek wil begrijpen, moet breder kijken dan de CBS sectordefinitie van ‘Vervoer en Opslag’. Alleen dan kunnen we de juiste keuzes maken voor de toekomst van Nederland als internationaal concurrerend én duurzaam waardeknooppunt.
Gepubliceerd in Dilas 5 juni 2025.
Voor meer informactie neem contact op met Marcel Michon.