Door bestaande logistieke terreinen en gebouwen maximaal te benutten en alleen selectief nieuwe grootschalige logistieke parken te realiseren kan de groei van de logistieke sector duurzaam worden ingepast in Nederland. Buck Consultants International heeft op eigen initiatief een kader hiervoor ontwikkeld, met uitgewerkte selectiecriteria en voorwaarden op elk van de drie ruimtelijke schaalniveaus: regionale planning van bedrijventerreinen; inrichting van logistieke bedrijventerreinen; de kavels/gebouwen van het distributiecentrum zelf.

“Met deze nieuwe aanpak wordt recht gedaan aan het economisch belang van de logistieke sector, wordt optimalisatie van gebruik van bestaande terreinen gecombineerd met selectieve aanleg van logistieke parken voor grote distributiecentra en is er een duidelijke taakverdeling tussen wat het Rijk en de provincies en gemeenten moeten doen”, zo vat Kees Verweij, partner bij Buck Consultants International de nieuwe aanpak samen.

Economisch belang logistiek

De behoefte aan logistieke ruimte is momenteel (en naar verwachting ook de komende jaren) groot, met name door de snelle groei van e-commerce, die door corona een extra stimulans heeft gekregen. Ook het meer robuust maken van aanvoerketens uit Azië laat de vraag naar distributiecentra toenemen.
De totale directe en indirecte werkgelegenheid in warehouses en distributiecentra bedroeg vorig jaar meer dan 400.000 personen. Met name door de snelle groei van online aankopen groeit de behoefte aan distributieruimte substantieel, variërend van mega warehouses (meer dan 40.000 m² bvo) tot kleinschalige last mile-distributiecentra. De toegevoegde waarde in deze distributiecentra groeit overigens sneller dan de werkgelegenheid, terwijl ook de toepassing van automatiseringssystemen en robots fors toe neemt.

Kader

Buck Consultants International stelt géén nationaal verbod voor op uitbreiding van logistieke bedrijfshuisvesting, maar wel strengere richtlijnen voor de plaatsing van distributiecentra op enerzijds brownfields (bestaande bedrijventerreinen en gebouwen) en anderzijds greenfields (nieuwe logistieke terreinen). Kleinschalige en middelgrote logistiek moet voor het merendeel worden geaccommodeerd op bestaande bedrijventerreinen. Met name voor grootschalige logistiek (kavels van meer dan 6 ha met gebouwen van 40.000 m² of meer) moeten selectief logistieke parken worden ontwikkeld, omdat die in veel gevallen moeilijk in te passen zijn op brownfields.

Voorbeeld: vraag logistieke terreinen voor Provincie A

logistieke terreinen voor Provincie, BCI

Bron: Buck Consultants International, 2021

“Door brownfield-optimalisatie te koppelen aan de realisatie van greenfields ontstaat er druk om de bestaande ruimte maximaal te gebruiken en selectief nieuwe logistieke parken te ontwikkelen. Het Rijk moet richtlijnen geven voor die verhouding. Of, in welke mate en waar regio’s die ruimtevraag willen accommoderen blijft het primaat van provincies”, zo stelt Paul Bleumink, managing partner bij Buck Consultants International.

In onderstaand schema vat BCI de voorwaarden samen.

Voorwaarden logistieke parken grootschalige logistiek

Voorwaarden logistieke parken grootschalige logistiek, BCI

Bron: Buck Consultants International, 2021

De Rijksoverheid moet ook actief bijdragen aan de inpassing van logistieke bedrijvigheid, zo vindt Buck Consultants International. Al eerder pleitte het adviesbureau voor regionale herstructurerings-maatschappijen voor bedrijventerreinen, waaraan het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat moet gaan bijdragen: met startkapitaal voor financiering, niet met subsidies; het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat moet goede multimodale bereikbaarheid van de nieuwe parken mogelijk maken.

 

 

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI