Het toekomstperspectief van een achterblijvende beroepsbevolking (minder jongeren treden toe tot de arbeidsmarkt) maakt dat veel beleidsmakers graag praten over het aantrekken van internationale kenniswerkers. Al die brains uit China, India, de VS en Duitsland willen maar wat graag naar ons zo open, gastvrije en flexibele landje komen, zo is de wensgedachte. In menige gemeentelijke en provinciale nota over vestigingsklimaat voor bedrijven en woon- en leefklimaat voor internationale werkers staat het zo verwoord.

Maar wie de cijfers op een rijtje zet begint ongemakkelijk op de stoel te schuiven. In Nederland verdienen ruim 100.000 kenniswerkers hun brood. Het aantal buitenlandse niet-kenniswerkers - arbeidsmigranten met aanzienlijk lager salaris - is vijf keer zo groot. Ook relatief gezien is het aantal hoogopgeleiden onder migranten in Nederland laag t.o.v. bijvoorbeeld Ierland (45%), Verenigd Koninkrijk (33%) en de Verenigde Staten (35%). Het aandeel buitenlandse kenniswerkers in het totale aantal kenniswerkers in Nederland ligt met 3,4% onder het EU-gemiddelde van 8,5%. Vergelijk dat met Duitsland 4,9% en België 8,5%. Conclusie: Nederland scoort absoluut en relatief helemaal niet zo goed bij het aantrekken van internationale kenniswerkers. Bovendien blijven de internationale kenniswerkers relatief korte tijd: na drie jaar is twintig procent van de internationale kenniswerkers weer vertrokken. Van de buitenlandse promovendi is na tien jaar nog maar 32 procent werkzaam in Nederland (VS: 62 procent!), en van de internationale afgestudeerden van HBO- en WO-instellingen werkt na 3-5 jaren nog maar 25-30 procent in Nederland.

De combinatie van weinig aantrekkingskracht op internationals en weinig ‘blijfkracht’ noopt tot actie. Want het aanbod van een relatief open houding naar het buitenland, het wijdverbreide gebruik van de Engelse taal en speciale belastingfaciliteiten voor expats maakt Nederland wel degelijk attractief. Daar komen het aantrekkelijke woon- en leefklimaat tegen redelijke kosten, het goede voorzieningenniveau (vooral onderwijs, zorg) en de gunstige bereikbaarheid (internationaal, tussen steden, binnenstedelijk) nog bij. Om de mismatch tussen de internationale vraag naar ‘Nederland als opleidings- en werknatie’ en het Nederlandse aanbod zijn acties op een groot aantal fronten en diverse schaalniveaus nodig. Op een door ROm en Buck Consultants International recent georganiseerde bijeenkomst ‘Steden en de slag om de (internationale) kenniswerker’ presenteerde BCI een actieprogramma inzake het halen en vasthouden van internationals. Uit dit programma (zie www.bciglobal.com) blijkt dat op nationaal niveau de branding van Nederland als ‘talent hub’ met meer vaart moet worden opgepakt, omdat het publicitaire geweld van allerlei Europese, maar ook niet-Europese landen (VS, Japan, Korea) om internationale kenniswerkers aan te trekken, fors is. Voor wetenschappelijke onderzoekers spelen top-technologische onderzoek en dito faciliteiten een rol bij hun internationale carrièrekeuze. En voor alle buitenlandse geïnteresseerden blijken de in Nederland geldende toelatingsprocedures en -kosten lastig. Maar ook op stedelijk niveau is er werk aan de winkel. Denk aan internationaal onderwijs. Het is goed dat het kabinet net geld ter beschikking heeft gesteld om de grootste wachtlijsten te verkleinen. Ook een expat center, met alle informatie over bijvoorbeeld huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs in het Engels beschikbaar, is hard nodig. Er zijn verder relatief eenvoudig op te zetten initiatieven als een stedelijk of regionaal platform van HR-medewerkers die te maken krijgen met medewerkers uit het buitenland, het begeleiden van internationale studenten en promovendi naar werk of een eigen start-up in Nederland, het opzetten van een actief alumnibeleid. En last but not least: betaalbare woonmogelijkheden. Natuurlijk, onder die ruim 100.000 kenniswerkers zitten grootverdieners, die in mooie villa’s terechtkomen. De overgrote meerderheid betreedt de woningmarkt met een regulier salaris. Het nadenken over hoe in een stad de wooncarrière van internationals kan worden vormgegeven vraagt om een heldere strategie.

Heeft úw stad of regio al een 'Integraal Actieprogramma Internationale Kenniswerkers' om de mismatch weg te werken tussen enerzijds te weinig internationale vraag naar opleidings- en werkmogelijkheden en anderzijds een aantrekkelijk, maar nog te weinig bekend aanbod?

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI