Met welke oliespuit kunnen we de Nederlandse economie weer op gang brengen? Eén van de belangrijkste kandidaten is onze handelsgeest, want Nederland staat al jaren in de top-10 van im- en exportlanden in de wereld, ondanks onze bevolking van nog geen 17 miljoen mensen. Onze zeehavens zijn hierbij belangrijke draaischijven, waarlangs in 2012 circa 575 miljoen ton aan goederen werd verhandeld. Toch lijkt ook de groei van het overslagvolume in de zeehavens de laatste jaren wat stil te liggen. De haven van Rotterdam kende in de eerste zes maanden van 2013 bijvoorbeeld een daling van 1% in het totale overslagvolume, mede door de daling in containeroverslag met zo’n 2%. Enkele jaren geleden werden de zeehavens gezien als dé motoren voor onze positie als handelsland, maar de vraag is hoe dat anno 2013 met een stagnerende overslag is. Verdienen de zeehavens extra aandacht van bijvoorbeeld het Kabinet als een probaat middel om de economie weer te laten draaien? Zeehavens zijn meer dan draaischijven, omdat met de overslag en de procesindustrie ter plaatse ook geld wordt verdiend en werkgelegenheid gecreëerd. Alle bedrijven in de zeehavens zelf zorgen voor ruim 4% van de toegevoegde waarde en 2% van de werkgelegenheid in Nederland. Logisch, dat verschil tussen waarde en werkgelegenheid, want de grote goederenstromen als kolen en olie worden door een relatief beperkt aantal werknemers afgehandeld. Ook de chemische procesindustrie in de havens weet een hoge omzet te realiseren met weinig werknemers. Geen wonder dat de arbeidsproductiviteit in Rotterdam dan ook vrij hoog is, met zo’n 140.000 Euro per arbeidsplaats, 2x zo hoog als gemiddeld in Nederland. Met deze arbeidsproductiviteit scoort Rotterdam ook bij de top-3 havens in Europa, samen met Antwerpen en Le Havre, volgens de recente studie (2013) The Competitiveness of Global Port-Cities, the case of Rotterdam-Amsterdam van de OECD. In aantallen arbeidsplaatsen scoort Rotterdam met zo’n 75.000 in de haven zelfs het hoogste, dit ondanks dat grote volumes weinig menskracht vragen. De haven van Amsterdam blijft hier met ruim 20.000 arbeidsplaatsen en 110.000 Euro per arbeidsplaats wat bij achter, maar hierbij is Tata Steel niet meegenomen en dat scheelt. De haven van Hamburg staat wel op achterstand met een lagere arbeidsproductiviteit ten opzichte van Rotterdam en Antwerpen. De economische rol van zeehavens voor Nederland beperkt zich niet tot deze resultaten, want er zijn ook toeleveranciers en afnemers die grotendeels afhankelijk zijn van zeehavenbedrijven. De berekening van deze indirecte effecten is vaak omstreden, want hoe voorkom je dat je je rijk rekent? Mijn schatting is dat deze direct afhankelijke toeleveranciers en afnemers nog eens rond de 4% extra toegevoegde waarde en 3% extra arbeidsplaatsen voor opleveren, zodat het economische belang van de Nederlandse zeehavens verdubbelt. Dus ja, de Nederlandse zeehavens lijken het waard extra aandacht te krijgen van het Kabinet, en de vraag is of dat nu voldoende gebeurt in het topsectorenbeleid.

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI