De afgelopen jaren hebben de spoorbedrijven imposante resultaten bereikt met het verbeteren van de dienstverlening in het internationale spoorvervoer.

Helaas blijkt dit goede nieuws maar voor een beperkt deel van de markt op te gaan. Er zijn nog steeds grote verschillen in kwaliteit en mogelijkheden.

Er is bijvoorbeeld in het zeehavenverkeer veel vooruitgang geboekt. In dit marktsegment zijn veel nieuwe aanbieders gekomen en aantrekkelijke diensten ontwikkeld. Containershuttles rijden daardoor nu met hoge frequenties en dito betrouwbaarheid tussen belangrijke Europese logistieke hubs. In andere markten is de vooruitgang veel minder zichtbaar, en blijft het oude spoorproduct te veel overheersen.

Dit gebeurt niet op de laatste plaats door de terughoudende opstelling van belangrijke spoorlanden. Pogingen om de liberalisering van de spoormarkt ook hier op gang te brengen, struikelen keer op keer over het verzet van de dinosaurussen in deze sector. Ook nu weer hebben Duitsland en Frankrijk ervoor gezorgd dat belangrijke voorstellen niet door de Europese Commissie worden ingediend.

Het lijkt er op dat vooral in Frankrijk het internationale spoorvervoer voorlopig stil zal blijven staan. Internationale vervoerders mijden nu al dit deel van het Europese spoornet, en niet zonder redenen. Dat is jammer, omdat er op andere terreinen zoveel vooruitgang is geboekt. Niet alleen economisch maar ook in het spoorvervoer dreigt een Europa op twee snelheden te ontstaan.

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI