Als bakermat van het poldermodel heeft ons land een traditie van economische toekomstvoorspellingen. De reden is dat de samenwerkende partijen een objectief uitgangspunt voor overheidsbeleid nodig hebben. Het Centraal Planbureau (CPB) publiceert jaarlijks korte termijn voorspellingen, de bekende Macro Economische Voorspellingen. Daarnaast worden elke 10 jaar voorspellingen voor de lange termijn opgeleverd, dit zijn de WLO (Welvaart en Leefomgeving) voorspellingen. Deze lange termijn voorspellingen omvatten ook scenario’s voor de ontwikkeling van het goederenvervoer in de komende 30 tot 40 jaar. De laatste WLO voorspellingen dateren van 2006, dat is 9 jaar geleden. Dit was nog voor de wereldwijde economische crisis van 2008, die de wereld en Nederland compleet heeft veranderd. In 2006 dachten we dat de economie, en dus ook het goederenvervoer, jaarlijks met 2 tot 3% zou groeien, maar inmiddels weten we wel beter. Hoog tijd voor nieuwe lange termijn voorspellingen dus, en het CPB heeft samen met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onlangs deze nieuwe voorspellingen voor 2030 en 2050 gepubliceerd. Wat is er veranderd?

Het eerste wat opvalt is dat in de nieuwe WLO-voorspellingen slechts met twee scenario’s wordt gewerkt: Hoog en Laag. Dit waren er in 2006 nog vier, maar de huidige wereld is zo complex dat gebruik van meerdere scenario’s eerder verwarring dan duidelijkheid schept. Het hoge scenario geeft toenemende mondiale samenwerking en groei van de wereldhandel weer, terwijl het lage scenario een meer versnipperende wereld laat zien, met een beperkte groei van de wereldhandel. Het tweede opvallende punt is dat de groei van het continentale goederenvervoer in Nederland bij de twee nieuwe scenario’s fors uiteenloopt. De groei van goederenvervoer in het scenario Hoog is 21% in 2030, en in het scenario laag is dit maar 5%. Dit is in beide gevallen trouwens fors lager dan de groei van boven de 50% in het hoogste toekomstscenario uit het verleden. In de twee nieuwe WLO scenario’s zit de groei vooral in het internationale vervoer. Het binnenlandse vervoer groeit slechts beperkt doordat het aantal ritten door grote logistieke efficiency afneemt. Het internationale vervoer groeit sterker, gevoed door de toenemende overslag in zeehavens en luchthaven(s). Vooral de overslag van luchtvracht heeft een sterke groeipotentie, van ruim 1,5 miljoen ton nu naar tussen de 3 (Laag) en 4 (Hoog) miljoen ton in 2030. Opmerkelijk, omdat het volume aan luchtvracht op Schiphol de afgelopen 7 jaar nauwelijks is gestegen. In de praktijk kan een luchtvrachtvolume boven de 3 miljoen ton in 2030 niet geheel op Schiphol afgehandeld kunnen worden. De WLO-scenario’s geven dus aan dat uitbreiding van de luchtvrachtafhandeling in ons land tegen 2030 noodzakelijk is, willen we de groeipotentie kunnen realiseren. Deze capaciteitsgrenzen komen voor de zeehavens tegen 2030 nog niet in zicht, daar is voldoende ruimte om een groei in de overslag tot ruim na 2030 op te vangen. De nieuwe WLO-voorspellingen bieden dus nuttige inzichten, alhoewel we één ding zeker weten: ook deze voorspellingen zullen in deze onzekere wereld door een nieuwe werkelijkheid worden ingehaald.

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI