Een domper voor logistiek Nederland: op de 2016 Logistics Performance ranglijst is Nederland van het podium gevallen en naar nummer 4 gezakt. Net als in 2014 is Duitsland volgens de Wereldbank het logistiek meest vooraanstaande land van de wereld, terwijl Luxemburg en Zweden Nederland voorbij zijn gegaan en op 2 en 3 staan. Zijn we in slaap gesust, terwijl onze concurrenten ons links en rechts passeren? En wat kunnen we verbeteren om in 2018 weer in de top-3 van deze tweejaarlijkse ranglijst te komen?

Als we de index score in 2016 vergelijken met die van 2014 zien we dat het eigenlijk niet zo slecht gaat met Nederland., want de index-score is verbeterd van 4,05 in 2014 naar 4,19 in 2016. Goed nieuws, maar een aantal concurrenten heeft hun index-score nog sterker verbeterd. Het is best verrassend dat juist Luxemburg en Zweden ons gepasseerd zijn. Wij adviseren regelmatig bedrijven over nieuwe Europese warehouse locaties, maar deze twee landen staan bijna nooit op de shortlist. Hun hoge positie heeft voor een flink deel te maken met de onderzoek aanpak van de Wereldbank, die geheel gebaseerd is op interviews met ruim 1.000 logistieke managers over de gehele wereld. Een subjectieve aanpak dus, waarbij de economische waarde van logistieke activiteiten geen rol speelt. Hierdoor kunnen landen forse stijgingen (Zweden, Luxemburg, Oostenrijk) en dalingen (Noorwegen, Ierland) op de ranglijst maken. Nederland heeft zijn index-score de laatste 2 jaar ook verbeterd, dus dat we in slaap gesust zijn gaat te ver.

Bij deze subjectieve aanpak kunnen vraagtekens gezet worden, maar dat wil niet zeggen dat de ranglijst waardeloos is. Wij kunnen leren waar er volgens logistieke managers voor Nederland kansen voor verbetering van de logistieke infrastructuur en diensten liggen. De Index is opgebouwd uit 6 indicatoren, waarvan er 3 door de overheid beïnvloed kunnen worden. Dit zijn de prestatie van de douane, beschikbaarheid van infrastructuur en de wet- en regelgeving rond logistieke diensten. Hier scoort Nederland na Duitsland een 2de plaats, ex acquo met Zweden. De andere 3 indicatoren hebben te maken met de kwaliteit van de logistieke dienstverlening, te weten het gemak waarmee logistieke diensten geboekt kunnen worden, de betrouwbaarheid van de dienstverlening en de prestaties van tracking, tracing en andere IT-systemen. Hier laten Nederlandse bedrijven een veer, want de presentaties van dienstverleners in Duitsland, Luxemburg, Zweden en ook België worden als iets beter beoordeeld. De iets lagere positie op de ranglijst komt dus vooral op het conto van de prestaties van dienstverleners. Hierbij komen 2 verbeterpunten naar voren: de afhandeling in havens en terminals en de communicatie met de buitenlandse klant. Binnen de Actielijnen van de Topsector kunnen bedrijven meedoen aan innovatieprogramma’s om hier kansen te pakken, bijvoorbeeld in 4C, synchromodaal transport of Supply Chain finance. Het raamwerk ligt er dus, maar er is nog volop ruimte voor ondersteuning van innovatieve ideeën, dus dienstverleners kunnen hun kans pakken. Als de Nederlandse overheid en dienstverleners met gezamenlijke investeringen in de Topsector Logistiek van innovaties daily business maken denk ik dat we weer kunnen stijgen en in 2018 weer in de top-3 van deze mondiale ranglijst zullen staan.

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI