Het zit in ons onderbewuste: Nederland is de logistieke draaischijf van en voor Europa. Verschillende generaties logistiek managers en beleidsmakers zijn opgegroeid met de zekerheid dat Nederland voor Amerikaanse en Aziatische multinationals het beste Europese aanlandingspunt is voor hun goederenstromen. Kan Nederland ook in de nabije toekomst de concurrentie voorblijven?
Essentieel is dat we in ons land de goederenstromen snel en effectief kunnen blijven afhandelen en we de 'preferred European partner' kunnen blijven van knooppunten als Singapore, Shanghai, New York en Dubai.
De DHL Global Connectedness Index is naast de bekende Logistics Performance Index (Nederland nr. 2 in 2014) van de World Bank één van de meest gezaghebbende van deze studies. De Index wordt met steun van 's werelds grootste logistieke dienstverlener DHL tweejaarlijks opgesteld door de IESE Business School. De Global Connectedness Index (GCI) is gericht op het vinden van het logistiek meest verbonden land en de resultaten van de studie worden wereldwijd behoorlijk serieus genomen. Het goede nieuws is daarom dat Nederland ook dit jaar weer met een index van 89 met straatlengte op de eerste plaats stond, voor Ierland en Singapore. Een prima resultaat, maar wat is dit nu eigenlijk waard? Helaas, het antwoord is: weinig.
De Index is samengesteld uit twee delen, namelijk de diepte en breedte van de mondiale verbondenheid van de economie van een land. De diepte geeft aan hoe internationaal georiënteerd de economie van een land is, en de breedte geeft aan met hoeveel landen handel wordt gedreven met een zo breed mogelijk pakket van producten. Op zich goed bedacht, maar in de diepte-indicator zit een fundamenteel probleem. Kleine landen hebben namelijk vrijwel altijd een relatief groot aandeel aan internationale stromen ten opzichte van de eigen economie, maar hier wordt in deze GCI niet voor gecompenseerd. Gevolg is dat de hoogste scores op diepte allemaal door kleinere landen met open economieën wordt geboekt.
HongKong, Singapore en Luxemburg vormen de top 3 in diepte, met Nederland nog op de zesde plaats, maar bijvoorbeeld Duitsland ver buiten de top 10 op plaats 33. De breedte-indicator compenseert dit enigszins, met Groot-Brittannië, de USA en Nederland in de top 3. Het resultaat blijft echter een gemankeerde GCI, die leuk is voor de promotie voor Nederland als vestigingsland maar verder wat mij betreft inhoudelijk met een flinke korrel zout moet worden genomen.
