En opnieuw gaat het logistieke landschap de komende decennia flink veranderen. Daar ben ik van overtuigd geraakt na het lezen van The new industrial revolution, een boek van de Amerikaanse auteur Chris Anderson. Anderson beschrijft de revolutie die de maakindustrie gaat doormaken als gevolg van – zoals hij het noemt – de ‘Maker movement’.

Door deze nieuwe beweging zal volgens Anderson de productie van consumentenproducten niet meer zijn voorbehouden aan grootschalige fabrieken, maar vindt die steeds meer in kleinschalige processen dicht bij de eindafnemer plaats. Een belangrijke driver hiervoor is de opkomst van goedkope en wereldwijd via het internet verbonden computergestuurde productiemiddelen zoals 3D-printers en lasersnijders.

Door de lagere kosten kunnen deze door kleinschalige, gespecialiseerde productiebedrijven worden ingezet, die vanuit de huiskamer kunnen worden aangestuurd. Volgens Anderson is het te verwachten dat de kwaliteit en kosten van deze systemen zo snel veranderen, dat we niet vreemd moeten opkijken als binnen twintig jaar consumenten de apparatuur thuis hebben staan. Hij trekt een mooie vergelijking met de thuisprinters die inmiddels een kwaliteit produceren die vergelijkbaar is met professioneel drukwerk.

De opkomst van deze nieuwe productiemethoden biedt allerlei kansen voor nieuwe, kleinschalige bedrijven. Net zoals het internet heeft gezorgd voor de opkomst van nieuwe industrieën, die met lage investeringen nu miljoenen omzetten, ligt dit ook voor de maakindustrie in het verschiet. Het ontwerp maakt de nieuwe ondernemer op zijn computer en de feitelijke productie gebeurt niet meer in China, maar direct in zijn eigen stad. Als deze trend werkelijkheid wordt, dan heeft dat in potentie grote gevolgen voor de inrichting van supply chains en de dienstverleners die deze ketens faciliteren.

Naarmate massaproductie in lagelonenlanden vervangen wordt door productie dicht bij de consument, zal immers ook de structuur van ketens veranderen. Volgens Anderson vraagt dit om supply chains die ingericht worden als open netwerken. Kernactiviteiten zijn assemblage, fijndistributie en integratie met informatiestromen.

Daarmee komt de term Industributie, in de jaren negentig bedacht als voorloper van VAL, weer in beeld. Industributie is de integratie van logistiek en (maak)industrie. De maakfunctie verschuift daarbij steeds meer naar logistieke bedrijven, die bijvoorbeeld de productiediensten voor op het web ontworpen producten verzorgen.

Onder andere in de VS zien we deze nieuwe bedrijfstak al ontstaan. De vele nieuwe kleine ontwerp- en marketingbedrijfjes leveren het 3D-ontwerp bij de industributeur aan, die daarna zowel productie als levering verzorgt. Volop kansen dus voor innovatieve logistiek dienstverleners. Zeker in regio’s met een industriële basis en grote consumentenconcentraties, zoals Brabant.

Aan de importkant kan de ‘Maker’-trend ook grote gevolgen hebben. Zien we een verschuiving van gereed product in containers naar grondstoffen zoals staal en kunststoffen voor de nieuwe maakbedrijven? Er zijn dus niet alleen kansen voor industributie, maar ook bedreigingen voor logistieke bedrijven die op schaal en massa zijn gebaseerd.

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI