Om duurzaam wegtransport te krijgen moeten overheden in de transitie inzetten op alle energiedragers, een onderscheiden aanpak en snelheid hanteren per logistiek segment en de ontwikkeling stimuleren door op te treden als launching customer. Dat blijkt uit adviezen van Buck Consultants International aan de provincie Noord-Brabant.
Het onderzoek laat de belangrijke rol van provincies zien in het halen van de klimaatdoelstellingen voor het wegtransport. Een ambitieuze transitie met nog veel onduidelijkheden: moeten marktpartijen en overheden inzetten op waterstof, of juist volledig op batterij-elektrisch? Wat is de rol van biobrandstoffen? En hebben ondernemers wel voldoende mogelijkheden om te investeren in duurzame voertuigen? In haar onderzoek geeft BCI concrete aanbevelingen voor de rol van overheden, zoals:
Waar analyses over het verduurzamen van het wegtransport in het verleden vooral inzoomden op één bepaalde energiedrager (bijvoorbeeld volledig batterij-elektrisch, waterstof of biobrandstoffen) en niet altijd even onafhankelijk waren, heeft BCI verschillende energiedragers (batterij-elektrisch, waterstof en diverse biobrandstoffen) in deze studie gecombineerd en bekeken vanuit het logistieke perspectief. Dit logistieke perspectief bestaat uit het logistieke segment of inzetpatroon (stadslogistiek, nationale distributie en internationale logistiek) en voertuigtypes (bestelauto, lichte vrachtauto en zware vrachtauto). Op deze manier is een integrale roadmap ontwikkeld, die goed aansluit op de logistieke realiteit, hetgeen immers van groot belang is voor het draagvlak voor deze transitie bij partijen in de logistieke sector.
De BCI-analyse laat zien dat er per logistiek segment verschillen zijn op welk tijdstip energiedragers en voertuigen (grootschalig) beschikbaar komen. Zo kunnen voertuigen in de stadslogistiek, mede gestimuleerd door de invoering van Zero Emissie-Zones en op basis van Total Cost of Ownership (TCO), via de inzet van batterij-elektrische voertuigen al op relatief korte termijn (richting 2025) concurrerend worden ingezet ten opzichte van een dieselvoertuig, terwijl biobrandstoffen dat nu al zijn. Economische inzetbaarheid van waterstof blijkt pas op de lange termijn haalbaar en vraagt nog veel ontwikkeling. Voor bestelvoertuigen is grootschalige introductie van batterij-elektrisch zelfs al zeer nabij.
In het internationale transport is de inzet van batterij-elektrisch en waterstof nog ver weg. Zeker voor waterstof is het de verwachting van BCI dat dit niet voor 2030 op grote schaal kan. Voor nationaal transport is dat - afhankelijk van het voertuig en het specifieke ritprofiel - al eerder mogelijk. Wel liggen er in beide segmenten kansen om op korte termijn met een verdere uitrol van biobrandstoffen emissiereductie te behalen. Zeker voor (bio-) CNG ligt er in de provincie Noord-Brabant al een dekkend netwerk van vulpunten.
In de BCI-verkenning zijn ook prangende maatschappelijke thema’s meegewogen, zoals de discussie bij biobrandstoffen over de concurrentie met voedselgewassen. Hoewel dit risico voor de nieuwste generatie biobrandstoffen al goed afgedekt is, zullen deze brandstoffen in de toekomst slechts relatief beperkt voorradig zijn. Het laat meteen ook het belang zien van gelijktijdige ontwikkeling van diverse energiedragers, die allemaal nodig zijn in de route naar koolstofarme mobiliteit. Bij waterstof is er ten opzichte van batterij-elektrisch de afweging tussen de huidige voordelen van een langere range en de nadelen van de relatieve energie-inefficiëntie vanwege de dubbele omzetting van elektriciteit naar waterstof en vice versa, in combinatie met onvoldoende beschikbare duurzame energie en dure waterstof-infra.
Binnenkort in uw regio aan de slag met duurzaam wegtransport? Zoekt u naar echte doorbraken en wilt u meer weten hoe deze te realiseren? Neem dan contact op met onze experts:
Erik Lubberding, adviseur via erik.lubberding@bciglobal.com of Christiaan van Luik, adviseur Buck Consultants International via christiaan.luik@bciglobal.com.