“Het kunnen beschikken over goede bedrijfsruimte op een goede, bereikbare locatie is een basisvoorwaarde, zodat mensen daar naartoe kunnen komen en je ook talent aan je kunt binden. Bedrijventerreinen hebben onterecht een slecht imago. Neem Brabant: op 2% van de totale oppervlakte zit een derde van alle werkgelegenheid en vanuit de een derde wordt nog eens een derde extra aan toegevoegde waarde gecreëerd. Dus 2% van het grondoppervlak is goed voor 60-70% van de werkgelegenheid in Brabant. Dit soort percentages moeten we tussen de oren krijgen van politici en de publieke opinie”, aldus Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW.

Hij sprak op het inspirerende webinar met ruim 400 deelnemers dat Buck Consultants International en de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland organiseerden over de rol van vitale bedrijfslocaties in het economisch herstel. Dat herstel is er niet op korte termijn, zo betoogde Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW. “Veel zal afhangen van wanneer er een vaccin komt. Ik wil niet de pessimist uithangen, maar ga er maar vanuit dat dit jaar de economie met zo’n 8% krimpt en hopelijk we dan volgend jaar vanuit die veel lagere bodem weer een beetje groeien. Maar we zijn de komende twee-drie jaren nog niet op het niveau van voor de corona-crisis”.

Meer aandacht

In de door Buck Consultants International voorgestelde integrale aanpak van bedrijventerreinen waarbij toekomstbestendigheid van bedrijven, energietransitie en duurzame inrichting worden gecombineerd, kan De Boer zich helemaal vinden. “Voldoende, goed bereikbare locaties voor onze bedrijven staat voorop. Maar de inrichting, aankleding en meer menselijke uitstraling kan echt beter en mooier. En ik vind ook dat we veel meer dan nu bedrijventerreinen moeten zien als opwekkers van energie”. Van de vorige crisis hebben we geleerd dat we moeten knokken voor onze economie, aldus De Boer. “Je moet je uit de crisis investeren en dat investeren heeft natuurlijk te maken met kennis en mensen, maar heeft ook alles te maken met infrastructuur, goede bedrijfslocaties voor zittende en nieuwe bedrijven en vergroening”. We moeten nu investeren om uit de economische dip te raken en daarin past een creatieve, integrale ontwikkeling van bedrijventerreinen prima”.

Vitale Bedrijventerreinen

Op bedrijventerreinen komen drie maatschappelijke opgaven tezamen die de pijlers vormen voor de integrale aanpak die Buck Consultants International hanteert, zo betoogt Marije Groen, senior adviseur Buck Consultants International. “Onze TED aanpak betekent allereerst aandacht voor de toekomstbestendigheid van bedrijven: wat is in de bedrijfsomgeving nodig om bedrijven optimaal te faciliteren? Maar bedrijventerreinen zijn ook vanuit energietransitie van groot belang. Zestig procent van het energieverbruik vindt op bedrijfslocaties plaats, dus dat zijn ook de logische plekken voor besparing, opwekking, uitwisseling en afzet van energie. Duurzaam ruimtegebruik gaat om het beter benutten van bestaande ruimte, verbetering van de uitstraling en ruimtelijke herontwikkeling” zegt Groen. “De integraliteit van de BCI-aanpak zit hem juist in de interacties tussen deze drie pijlers. Voorbeelden? Energietransitie vraagt ruimte, alleen duurzame bedrijfslocaties scheppen de randvoorwaarden voor toekomstbestendige bedrijven, bedrijven die actief inspelen op de kansen die de energietransitie biedt vergroten hun toekomstkansen”. Uiteraard zijn die pijlers en interacties verschillend per type terrein.

Integrale aanpak volgens TED-principe: focus op pijlers en interacties

Bron: Buck Consultants International

Veel aanpakken van bedrijventerreinen zijn teveel gericht op één van de 3 pijlers waardoor de investerings- en actiebereidheid en dus ook de resultaten (te) beperkt zijn en de voortgang achterblijft. De integrale aanpak is door BCI vertaald in een drie-stappenplan. Na selectie van de meest kansrijke terreinen, wordt voor de geselecteerde terreinen een TED-programma opgesteld met concrete investeringsplannen, gevolgd door een privaat-publiek uitvoeringsplan.
Marije Groen vat de voordelen van deze aanpak als volgt samen: “Onze TED-aanpak speelt in op de dynamiek van het bedrijfsleven, waar we de komende jaren krimp én groei zullen zien. We gebruiken het moment van de geplande noodzakelijke bedrijfsinvesteringen om ook te investeren in verduurzaming. Ten derde faciliteert ruimtelijke inrichting groei en verduurzaming. Last but not least, organiseert deze aanpak alle betrokkenen op een wervende manier met concreet uitzicht op resultaten”.

Vaart in herontwikkeling

Als herontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen zo belangrijk is, waarom gebeurt het dan zo weinig, zo vroeg Paul Bleumink, managing partner van Buck Consultants International, zich hardop af? Het antwoord: herstructurering is complex, duurt lang, is risicovol, bedrijven zien niet meteen het directe bedrijfsbelang en er zijn vaak genoeg alternatieven beschikbaar in de vorm van nieuwe locaties. Toch is hij niet somber over herontwikkelingskansen – juist nu. “Het belang van goede bedrijfslocaties is in een recessieperiode groot, ook gezien het inspelen op de wensen van personeel. De vastgoedsector is nu ook nadrukkelijk geïnteresseerd. De menging van functies is meer geaccepteerd en levert gunstige business-cases op. En de energietransitie en duurzame inrichting zijn blijvende maatschappelijke en economische prioriteiten”.
Om ‘herstructureringskampioen’ te worden moet volgens BCI aan 5 prioriteiten worden voldaan: urgentie vanuit bedrijfsleven; een realistisch-ambitieuze aanpak; inspelen op brede beleidsprioriteiten; solide financiële aanpak; en gericht op resultaten binnen 3 jaar. Bleumink waarschuwt om niet te vervallen in oude reflexen als grootscheepse blueprint-achtige benaderingen voor hele terreinen met instrumenten die niet blijken te werken als een nationaal herstructureringsfonds en kavelruil. “Volgens ons is de integrale aanpak van deellocaties van bijvoorbeeld 10 hectare kansrijk met actieve samenwerking van zittende bedrijven. Op dat schaalniveau kun je heldere business cases maken, met inzicht in rendabele en onrendabele projectonderdelen. Zo’n plan moet economische opbrengsten hebben. Denk aan investeringen in nieuwe productietechnieken en groei van werkgelegenheid. Maar ook moeten er zichtbare maatschappelijke opbrengsten zijn in de vorm van een stap voorwaarts in energietransitie en duurzaam ruimtegebruik”.

Opzet Regionaal Herstructureringsfonds

Bron: Buck Consultants International

Bleumink lanceerde de BCI-plannen voor regionale herstructureringsfondsen, de zgn. opportunity zones fondsen. “Als er een gezonde business case ligt en er toch een financieringsprobleem is dan kan zo’n fonds bijspringen met een combinatie van meerjarige financiering, achtergestelde leningen en subsidies. Het fonds moet worden gevuld door een provincie en op projectbasis de betreffende gemeente. Het gaat dan om publieke investeringen, gebiedsgerichte onroerende zaakbelasting en eventueel projectsubsidies. Maar ook op nationaal niveau moeten deze regionale fondsen worden ondersteund. Invest NL ziet energietransitie als een hoofdprioriteit, het Ministerie van Financiën kan helpen door een vrijstelling van de overdrachtsbelasting bij verwerving van vastgoed in aangewezen opportunity zones en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat kan de opstart van de fondsen ondersteunen”.
De voordelen van deze nieuwe BCI-aanpak vast Bleumink als volgt samen: “Gedreven door marktinitiatieven lokaal en regionaal maatwerk, een combinatie van soorten financiering en een vaste structuur via de regionale Opportunity Zones Fondsen. Op deze manier gaan de gecofinancierde kosten vóór de economische en maatschappelijke baten uit en voorkomen we dat in een donkere economische periode alles stilvalt”.

Download nu het verslag van het webinar: De rol van bedrijventerreinen in het economisch herstel.

 

Meer weten over dit item?

Ontvang nieuws van BCI